Verhardingen leg je aan op plaatsen in de tuin die je intensief wilt gebruiken. Een verharding is enkel nodig op plaatsen waar je vaak wilt lopen zonder modder, waar je rijdt met een fiets of auto,... Het gaat dus om paden, terrassen en opritten.
1. Gesloten verharding | Asfalt en beton (en tegels ingevoegd) |
Niet waterdoorlatend | Geen plantengroei |
2. Halfopen verharding | Kasseien, stoeptegels, klinkers, hout |
Waterdoorlatend | Plantengroei mogelijk in voegen |
3. Open verharding | Grind | Waterdoorlatend | Overal plantengroei mogelijk |
4. Open verharding met gras | Grastegels en grasbetontegels | Waterdoorlatend | Plantengroei mogelijk |
Hebben geen voegen en worden in één stuk aangebracht. Asfalt en beton zijn hier voorbeelden van. (On)kruidgroei is alleen maar mogelijk waar de gesloten verharding stuk is of grenst aan een beplanting zoals groentebedden, border of gazon. Gesloten verhardingen zijn niet waterdoorlatend en worden zelden gebruikt in de tuin.
Hebben voegen en bestaan uit kleine vaste elementen (zoals kasseien, tegels en klinkers) die aan elkaar worden gelegd. (On)kruidgroei komt voor in de voegen. Deze verhardingen zijn waterdoorlatend aan de voegen en sommige materialen zijn zelf ook waterdoorlatend.
Bestaan uit losse materialen, zoals grind, steenslag en dolomiet. (On)kruidgroei kan hier overal optreden. Open verhardingen zijn waterdoorlatend.
Open verhardingen met gras zijn grastegels, grasbetontegels en grindgazon. Deze verhardingen zien eruit als een gazon, maar ze liggen op een stevige onderlaag. Het gras kun je maaien en de ongewenste kruidgroei is beperkt. Deze verhardingen zijn waterdoorlatend.